Historisch overzicht van mineralenconcentraat en RENURE
Veel veehouders willen graag de kringlopen op hun bedrijf zoveel mogelijk sluiten. Dit is niet alleen goed voor de natuur, maar ook bedrijfseconomisch interessant. Het efficiënter benutten van nutriënten uit dierlijke mest kan de kosten voor kunstmest verlagen en de milieubelasting verminderen. Helaas wordt dit vaak bemoeilijkt door wet- en regelgeving die onvoldoende aansluit bij circulaire landbouw. Een goed voorbeeld hiervan is het verhaal van mineralenconcentraat en RENURE, waar veehouders al jaren tegen juridische obstakels aanlopen.
2000 - 2009: Eerste ideeën en experimenten
-
In Nederland en België ontstaat belangstelling voor het terugwinnen van stikstof uit dierlijke mest om de afhankelijkheid van kunstmest te verminderen.
-
Onderzoek naar scheidingstechnieken zoals omgekeerde osmose en membraanfiltratie leidt tot de eerste experimenten met mineralenconcentraat.
-
Het idee is dat dit product een circulaire kunstmestvervanger kan worden, maar juridische erkenning ontbreekt.
2009 - 2014: Eerste pilotstudies en discussie over regelgeving
-
In 2009 start Nederland met grootschaligere pilots onder de "derogatie voor mineralenconcentraten", waarmee boeren onder bepaalde voorwaarden het mogen gebruiken.
-
Studies tonen aan dat mineralenconcentraat een bruikbaar alternatief is voor kunstmest, maar het blijft formeel mest onder de Nitraatrichtlijn (die dierlijke mest aan strikte gebruiksnormen bindt).
-
De EU blijft terughoudend met een algemene erkenning, onder andere door zorgen over nitraatuitspoeling en harmonisatie van mestbeleid binnen Europa.
2014 - 2018: Internationale aandacht en de introductie van RENURE
-
2014: In Nederland blijven mineralenconcentraten onder strikte voorwaarden toegestaan, maar brede erkenning binnen de EU blijft uit.
-
2018: De Europese Commissie introduceert de term RENURE (Recovered Nitrogen from Manure) als een breder concept voor herwonnen stikstof uit dierlijke mest die kan dienen als kunstmestvervanger.
-
Onderzoek door het Joint Research Centre (JRC) van de EU kijkt naar criteria waaraan RENURE-producten moeten voldoen om veilig te kunnen worden gebruikt zonder negatieve milieueffecten.
2020: Rapport JRC en eerste officiële criteria voor RENURE
-
Het JRC publiceert een rapport waarin het stelt dat RENURE-producten veilig gebruikt kunnen worden als kunstmestvervangers, mits ze aan bepaalde eisen voldoen:
-
Ammonium/stikstofratio van minstens 90% (om snelle opname door planten te garanderen).
-
Lage organische koolstofinhoud (om nitraatuitspoeling te voorkomen).
-
-
De EU erkent hiermee dat RENURE een technisch haalbare optie is, maar laat de formele goedkeuring over aan de lidstaten.
2021 - 2023: Politieke strijd om goedkeuring binnen de EU
-
Nederland en enkele andere landen, zoals Ierland en Denemarken, lobbyen voor de officiële erkenning van RENURE als kunstmestvervanger.
-
Duitsland, Frankrijk en enkele andere landen blijven sceptisch, uit angst dat versoepeling van mestregels leidt tot meer nitraatvervuiling.
-
De EU stelt de beslissing uit en vraagt om verdere studies, terwijl Nederland blijft aandringen op een proefperiode waarin RENURE breder mag worden toegepast.
2024 - 2025: Huidige stand van zaken en gevolgen voor de Nederlandse veehouderij
-
RENURE is nog steeds niet officieel erkend als kunstmestvervanger onder de Nitraatrichtlijn, waardoor het juridisch gezien dierlijke mest blijft en niet vrij inzetbaar is.
-
Nederland heeft wel meerdere proefprojecten lopen en blijft in Brussel lobbyen voor goedkeuring.
-
Politieke weerstand in de EU vertraagt de besluitvorming, vooral door zorgen over mogelijke versoepeling van mestbeleid in andere lidstaten.
-
De discussie blijft vastzitten tussen landen die circulaire meststoffen willen bevorderen en landen die vrezen voor een versoepeling van strenge milieuregels.
De gevolgen voor Nederlandse veehouders
De blokkade van RENURE door Europese regelgeving en politiek spel heeft grote gevolgen voor Nederlandse veehouders:
-
Tegenstrijdige eisen – Boeren worden gestimuleerd om kringlopen te sluiten en duurzamer te werken, maar mogen juridisch hun eigen herwonnen stikstof niet inzetten als kunstmestvervanger. Dit ondermijnt het idee van kringlooplandbouw.
-
Economisch nadeel – Het gebruik van mineralenconcentraat is niet alleen milieuvriendelijk, maar ook economisch aantrekkelijk. Het kan de kosten voor kunstmest fors verlagen. De huidige regels dwingen boeren echter om dure kunstmest te blijven kopen, terwijl ze tegelijkertijd kosten maken voor mestafzet.
-
Mestoverschot blijft een probleem – Door de beperkingen op RENURE blijft Nederland kampen met mestoverschotten. Terwijl boeren mest duur moeten afvoeren, blijft de import van kunstmest doorgaan, wat de stikstofkringloop onnodig inefficiënt maakt.
-
Concurrentienadeel binnen de EU – Nederlandse boeren hebben door de strenge regelgeving een concurrentienadeel ten opzichte van collega’s in landen waar mestbeleid minder strikt wordt gehandhaafd. Dit zet extra druk op de sector.
Conclusie
Nederlandse veehouders willen graag de mestkringloop sluiten, zowel om duurzaam te werken als om economisch efficiënter te worden. De techniek is er, de voordelen zijn duidelijk, maar door de starre Europese regelgeving blijft de juridische blokkade bestaan. Dit frustreert niet alleen de landbouwsector, maar belemmert ook de transitie naar een duurzamer mestbeleid in Europa.
Maak jouw eigen website met JouwWeb